Toolbox: Adembescherming bij TANATEX

Typen adembescherming gebruikt in de productie

1. Fijnstofmasker 3M – type FFP3: Beschermt drager tegen stofdeeltjes of druppeltjes (aersosolen)

• Hoog vangstrendement: 99% bij 0,3-0,4 µm stofdeeltjes
• Geringe lekkage langs de randen: max 2% (in testsituatie)
• Beschermingsfactor voor drager in de praktijk: factor 10

Let op: 

• Beschermt drager niet tegen dampen of gassen!
• Geen bescherming anderen ivm COVID-19 (uitblaasventiel!)
• Stofmaskers FFP1 met actieve koollaag: alleen toegestaan bij stankhinder van onschadelijk stoffen en dampen!

2. Half- of volgelaatsmasker (of: aangeblazen filterhelm) met combinatiefilter ABEK/P3

• Beschermt tegen stofdeeltjes en ook tegen gassen en dampen
• Beschermingsfactor in de praktijk: factor 10
• Praktijkadvies NVvA mbt gasfilters type 2: gebruiken tot concentraties van max. 500 ppm, 
  gedurende max. 4 uur in totaal en maximaal op één werkdag (+ tussendoor filterbus afsluiten!)

3. Perslucht (onafhankelijkeadembescherming): alleen voor gekeurde en getrainde BHV-ers

Wanneer gebruik je adembescherming?

Adembescherming is noodzakelijk bij werkzaamheden met de volgende stoffen: 

• Vaste stoffen / poeders: Fijnstofmasker P3
  • (bv. polyacrylzuur, bentoniet, citroenzuur, …)
• CMR-stoffen: ABEK, P3
  • (bv. lossen benzylchloride, DES)
• Enzymen: Fijnstofmasker P3
  • (diverse grondstoffen en TANAZYM producten)
• Diverse andere grondstoffen:  ABEK, P3
  • (bv. biociden, zwavelzuur, fosforzuur, maleinezuur anhydride,…. )

Waar kun je deze informatie vinden?

• In het Fabricagevoorschrift of op de Afvulkaart
• In de CHEM-kaarten

Algemene instructie dragen en onderhoud adembescherming

1. Controleer halfmasker en filterbus voor elk gebruik. Let op beschadiging verbindingen, flexibiliteit materiaal, houdbaarheid filterbus.
2. Zorvuldig opzetten van het masker. Voor het fijnstofmasker FFP3: zie instructiefilm 3M. Test een half of volgelaatmasker met ‘negatieve druk’ of ‘positieve druk’ test.
3. Voorkom lekkage langs de randen. Zorg voor een gladgeschoren gezicht, dus geen stoppelbaard!
4. Filterbussen en stofmaskers slechts op één werkdag gebruiken.
5. Bij herhaald gebruik adembescherming op één werkdag: stofmasker opbergen in afgesloten doosje en de filterbus afsluiten met deksel.
6. Het half- of volgelaatmasker (of aangeblazen filterhelm) schoonmaken na ieder gebruik. Dit doe je door het goed af te spoelen met lauw water, daarna afdrogen en opbergen op een schone, afgesloten plaats.

Opzetinstructie fijnstofmaskers

1. Leg het masker in de hand met de neusbeugel op de vingers. De hoofdbanden hangen los onder de hand.
2. Plaats het masker op het gezicht, zodanig dat de kin in het masker komt. Plaats de bovenste band bovenaan het achterhoofd.
3. Plaats de onderste band op de nek, onder de oren.
4. De hoofdbanden mogen niet gekruist zitten.
5. Druk de metalen neusbeugel aan, naar de vorm van uw neus.
6. Controleer of de maskeraansluiting goed zit voordat u zich in de gecontamineerde zone begeeft:

• • Bedek de voorkant van het masker met beide handen en zorg ervoor dat de positie van het masker niet verandert.
  • Adem sterk uit.
  • Wanneer er lucht ontsnapt rond de neus, pas de vorm van de neusbeugel aan zodat het masker goed aansluit.
  • Adem diep in; u moet dan een onderdruk voelen. Als er lekkage is, pas dan de positie van het masker en/of de spanning van de bandjes aan. Controleer de maskeraansluiting opnieuw. Indien het stofmasker niet goed aansluit, begin dan niet aan de werkzaamheden

Testmethode opzetten halfmasker

• Positieve druktest: Krachtig uitademen met de hand op het uitademventiel, waardoor positieve druk in het masker ontstaat. Als er lucht ontsnapt (bv voelbaar bij de ogen) moet het masker worden herplaatst.
• Negatieve druktest: Inademen terwijl de inademingsopening wordt afgesloten, waardoor het masker wat vervormt. Daarna de adem 10 seconden inhouden, en controleren of de onderdruk gehandhaafd blijft.